“Ik word overladen met liefde”
“Het is met de billen bloot hier hoor, ja ze zien alles van je. Maar ik moet zeggen, ik vind het ook wel een hele luxe, zo verzorgd te worden.” Wil windt er geen doekjes om als vertelt over hoe ze woont in Talma Hûs in Feanwâlden. Twee van haar vaste liefdevolle verzorgsters zijn Tineke en Antsje. “De waardering van de familie en de bewoners die je terugkrijgt, daar doe je het voor in dit werk”, zeggen zij. 

“Ik vind het zo dapper van de familie Vogt dat ze dit verhaal durven te vertellen”, zegt Antsje Douma. “Daarmee komt er weer wat meer bekendheid over wat Alzheimer - en andere vormen van dementie - nou precies inhoudt. Voor ons is het een mooie kans om ons vak uit te dragen. We zorgen met zoveel liefde.” Dementie is volksziekte nummer 1 in Nederland. 1 op de 3 vrouwen krijgt dementie, bij mannen is dat 1 op de 7. Op dit moment zijn er meer dan een half miljoen mensen met dementie in Nederland. Elke 12 minuten komt er iemand met dementie bij. In Talma Hûs in Feanwâlden wonen 138 mensen verdeeld over 9 huiskamers. Antsje: “Hoe jonger ze binnenkomen, hoe korter ze bij ons zijn. De ziekte is het progressiever op jongere leeftijd. Gemiddeld woont een patiënt 2 à 3 jaar bij ons. Maar er zijn er ook die 20 jaar blijven.”

Ik wil naar huis
Hoe leggen je uit wat Alzheimer is aan iemand die het niet kent? Tineke van der Land: “Ik zeg altijd: ik zet je met een blinddoek om op het vliegtuig en je weet niet waar je naartoe gaat. In een vreemd land laat ik je los op een druk kruispunt. Er komen allemaal mensen op je af. De één trekt aan je broek, de ander aan je jas. En jij denkt alleen maar ‘wat gebeurt hier allemaal?’. En dan wordt het je uitgelegd, maar wel in een vreemde taal. Dat snap jij niet. Je denkt alleen maar ‘blijf van me af, ik wil dit niet, ik wil naar huis’. Bij mensen met dementie is dat gevoel ongeveer net zo. Het begrip voor hun eigen situatie raakt weg.”

As bargen
In Talma Hûs en op een aantal andere plekken in de regio noordoost Friesland worden patiënten liefdevol opgevangen en verzorgd. De wensen van de bewoners staan centraal. Antsje: “Ik heb veel zien veranderen in ons werk door de jaren heen, in de positieve zin. Vroeger moest men op vaste tijden naar het toilet en in bad. Ik hoor sommigen nog schreeuwen ‘as bargen’ bij die verplichtingen, wat een spanning gaf dat. Gelukkig is de zorg nu veel menselijker geworden. Ik werk veel in de nacht en er is iemand die graag met de schoenen aan slaapt. ‘Waarom ook niet’ denk ik dan. Hooguit maak ik er een grapje over. Want humor is zo belangrijk.”

Niet te vatten
“Ik hou wel van die luxe”, komt Wil nog even terug op hoe ze nu leeft. “Ik heb altijd van mooie kleren gehouden ook, en daar houden ze zo goed rekening mee hier. Het zijn allemaal schatten, Antsje en Tineke en de anderen”, zegt Wil dankbaar. In haar eigen, soms onsamenhangende woorden vervolgt ze: “En de stagiaires ook. Zo’n meisje wat achter haar laptop vandaan komt en bij me op bed komt zitten als ik het even moeilijk heb. ‘Lieve schat, laat het los, ik help je’ zei ze. Dan ben je nog geen 17, wat vind ik dat geweldig als je dát kunt. Want het is niet te vatten. Ik word hier overladen met liefde.”